Yogasutra’s van Patanjali
Sutra betekent koord of draad. Het is een korte zin waarin een bepaalde leer is samengevat. In de tijd dat Patanjali deze sutra’s samen stelde was het gebruikelijk om filosofische gedachten op deze manier samen te vatten. De guru (de leraar) gaf deze sutra’s door aan zijn leerlingen. De leerlingen leerde de sutra’s uit het hoofd en door meditatie probeerde de leerling zich te verdiepen in de betekenis ervan, waarbij de uitleg van de guru altijd in geheugen wordt meegenomen.
De yogasutra’s worden toegeschreven aan Patanjali. Patanjali leefde ongeveer 200 jaar voor de jaartelling. Patanjali was vooral bekend om zijn commentaar, Mahabhdasya, op het werk van een andere taalkundige, Panini
Het is niet helemaal duidelijk of Patanjali de werkelijke schrijver is van de sutra’s. Het is zelfs zo dat het moeilijk te bepalen is of er zelfs sprake is van één schrijver.
Waarschijnlijk heeft Patanjali alle mondeling doorgegeven kennis rondom yoga verzameld. Hij gebruikte hiervoor de bekende spreuken, die hij bewerkte en aanvulde. Dit is het oude gedeelte wat je terug vindt van 2.28 tot 3.55. Het is eigenlijk het hart van het boek, waarin het achtvoudige pad wordt beschreven. De Ashtanga yoga. De meeste literatuur over yoga grijpt op dit deel terug. Het wordt ook vaak Raja yoga genomen. De Koninklijke vorm van de yoga.